Renate Dorrestein – Onder de motorkap van het schrijverschap

Ergens in De blokkade, Renate Dorresteins verslag van haar writer’s block, schrijft ze ‘Statistisch gezien heb ik nog minimaal twintig jaar voor de boeg. Twintig maal driehonderdvijfenzestig dagen plus vijf schrikkeldagen. 7305 dagen. Of misschien wel meer, als ik zou stoppen met roken.’ Dit was in 2013. Voor een lezer anno 2020 is deze montere constatering tragisch geworden. Renate Dorrestein overleed bijna exact twee jaar geleden op 64-jarige leeftijd aan de gevolgen van slokdarmkanker. ‘So it goes’, zou haar grote voorbeeld Kurt Vonnegut geschreven hebben.

Haar schrijfblokkade is Dorrestein gelukkig overheen gekomen. Tot haar dood heeft ze nog een aantal boeken gepubliceerd, waaronder Weerwater en Zeven soorten honger. En in het zicht van het einde leverde ze nog een fraai slotakkoord af met haar autobiografie Dagelijks werk – Een schrijversleven. Hoewel ze zelf vermoedelijk vooruit dacht aan al die romans die ze nog had kunnen schrijven, moeten we toch toegeven dat ze een imposant oeuvre heeft achtergelaten van zo’n 35 boeken, meest romans. Titels als Buitenstaanders, Vreemde streken, Ontaarde moeders, Verborgen gebreken en De stiefmoeder zullen veel lezers bekend in de oren klinken. Zelf las ik op de middelbare school Een hart van steen, een van haar bekendste boeken. Ik kan me herinneren dat ik het met plezier heb gelezen, hoewel me van het verhaal bar weinig is bijgebleven.

Bij toeval kwam het boek Onder de motorkap van het schrijverschap op mijn pad, een bundeling van twee van Dorresteins boeken over schrijven: Het geheim van de schrijver en het al eerder genoemde De blokkade. Een blog dat ik graag lees sprak er enthousiast over en boeken over schrijven, lezen en uitgeven bevallen me eigenlijk altijd wel goed. Zodoende.
Wat mij betreft is het enthousiasme van mijn collega-blogger zeer terecht, want ik heb zitten smullen. Dorrestein schrijft helder en opgeruimd, in klip en klare zinnen die een groot vakmanschap verraden. ‘Easy reading is hard writing’ luidt een citaat van Ernest Hemingway en dat vormt het toepasselijke motto van Het geheim van de schrijver.

Het leuke aan beide boeken is, je steekt er van alles uit op over schrijven; over stijl, compositie, techniek, over inspiratie en schrijver zijn. Maar de boeken lezen allebei óók als een autobiografie van Renate Dorrestein. Ze gebruikt namelijk haar eigen schrijversleven als kapstok en geeft allerhande tips over zaken die ze zelf door schade en schande heeft moeten leren. Deze tips uit haar eigen schrijverskeuken wisselt ze af met sprekende citaten van collega-schrijvers, zodat je niet alleen een mooi beeld krijgt van hoe Dorrestein zelf te werk gaat, maar ook leest hoe allerlei beroemde voorgangers dat deden. Of, misschien beter gezegd, probeerden te doen, want ‘op de vraag hoe de schrijver dit alles verwezenlijkt, antwoordde Somerset Maugham: ‘Er zijn drie regels voor het schrijven van een roman. Helaas kent niemand ze.” (p. 214)

Dorrestein zelf ziet drie motoren achter het schrijverschap: ‘het plezier in het scheppen, de behoefte een visie uit te dragen, en de persoonlijke noodzaak om iets te boekstaven.’ (p. 83) Maar uiteindelijk is schrijven toch vooral hard werken en ploeteren. Dorrestein beschrijft hoe ze zowat al haar romans binnen een jaar wist af te ronden. Een eerste versie ging meestal vrij rap bij haar, maar daarna begon het pas: het schrappen en herschrijven, het eindeloos bijschaven tot het manuscript goed genoeg is om in te leveren. Tegen die tijd stonden er nog weinig zinnen in zoals ze er stonden in de eerste versie, laat staan op hun oorspronkelijke plek. Dorrestein vertelt met smaak hoe ze regelmatig besloot hele delen van een manuscript in de prullenmand te kieperen en hoe de meeste van haar romans rustig een keer of zes, zeven, acht geheel zijn herschreven. Kill your darlings dus, en ook: noeste arbeid.

Gelukkig baart oefening zeker kunst en kun je veel schrijfvaardigheden verbeteren door simpelweg heel veel meters te maken. Dat is ook de reden dat Dorresteins writer’s block haar zo zwaar treft in 2012. Ze heeft dan al meer dan twintig, vaak succesvolle, romans op haar naam staan. Ze is inmiddels een ervaren, gelauwerde schrijfster en heeft zich de kneepjes van het vak met vallen en opstaan eigen gemaakt. Na haar laatste roman, het enthousiast ontvangen De stiefmoeder in 2011, neemt Dorrestein vol vertrouwen plaats achter haar vertrouwde schrijftafel voor het begin van een nieuwe roman. Maar, na een beginnetje op papier te hebben gezet, loopt ze vast en daarna komt er niks meer. Ze zit compleet vast, het schrijven vervult haar ineens met een enorme walging: een writer’s block.

Zij, die jarenlang als een diesel de ene na de andere roman afleverde, kan het niet meer. Dit raakt Dorrestein tot in de kern van haar wezen, want het schrijven van romans is wat ze doet. Het is haar raison d’être, haar levensonderhoud bovendien, dus wat nu? Ze besluit op onderzoek uit te gaan. Ze raadpleegt verschillende psychologen en experts zoals Erik Scherder en Ad Verbrugge en leest zich een ongeluk in allerlei zelfhulpboeken en schrijvers die hetzelfde hebben meegemaakt. In De blokkade doet ze openhartig verslag van deze zoektocht. Hoewel je merkt dat ze door haar writer’s block zwaar in de put zit, blijft Dorrestein er op een bepaalde manier ook monter onder en weet ze haar schrijversleed van de nodige kwinkslagen te voorzien. Uiteindelijk komt ze achter de oorzaak van haar blokkade en opent er zich weer een weg naar boven. Best kans dat het schrijven van De blokkade daar ook aan heeft bijgedragen.

Ook in dit gedeelte van Onder de motorkap van het schrijverschap sloeg ik weer enthousiast aan het onderstrepen, want ook in De blokkade strooit Dorrestein weer royaal met treffende citaten van andere schrijvers. Zo schrijft ze:

‘s Avonds herlees ik in mijn hotelbed Timequake, de laatste roman die Kurt Vonnegut publiceerde, na er tien jaar mee geworsteld te hebben. Decennialang was Vonneguts oeuvre mijn haarlemmerolie bij iedere schrijfhapering. Zat ik even vast, dan kon ik na lezing van een paar willekeurige alinea’s Vonnegut subiet weer verder. […]
En nu is het alsof hij me toestemming geeft ermee te stoppen. In Timequake gaat zijn alter ego, de mislukte schrijver Kilgore Trout, tekeer tegen het type schrijvers zoals ik: ‘Those artsy-fartsy twerps create living, breathing, three-dimensional characters with ink on paper. Wonderful! As though the planet weren’t already dying because it has three billion too many living, breathing, three-dimensional characters!’
In zijn hele bestaan, sneert Kilgore Trout, heeft hij maar één levend, ademend, driedimensionaal personage geschapen. Dat deed hij met zijn ‘ding-dong in a birth canal’.
Daar kan ik het mee doen. (p.261)

Ik ben blij dat Dorrestein uit het donkere, negatieve dat zo’n writer’s block absoluut is toch iets moois als De blokkade heeft weten te halen. Daar kunnen wij het mee doen, ook nu zij zelf er niet meer is. Ik ben nu ook heel benieuwd geworden naar haar allerlaatste boek, Dagelijks werk.

Renate Dorrestein – Onder de motorkap van het schrijverschap
Querido, 2017
Oorspronkelijk verschenen in 2000 en 2013
392 pagina’s

Facebooktwitterlinkedinmail

Leave a Reply