Merijn de Boer – De Saamhorigheidsgroep

Twee keer in mijn leven heb ik een boek gewonnen. De eerste keer was ik elf. Voor een schoolwedstrijd moesten we een verhaal afmaken waar al een beginnetje voor was gemaakt. Alles mocht, alles was toegestaan. Ik maakte er een soort science fiction verhaal van, iets met boosaardige graafmachines geloof ik. Tijdens de prijsuitreiking, ergens in een grote sporthal, werd ik ineens naar voren geroepen als winnaar in de categorie science fiction. Als prijs mocht ik een boek uitkiezen. Het werd De Griezelbus 4 van Paul van Loon, dat weet ik nog goed. Volgens mij las ik toen al amper meer – tussen mijn elfde en vijftiende heb ik nauwelijks een boek aangeraakt, behalve strips – maar die serie van Paul van Loon liep ik nog wel warm voor. Ik zou eens moeten kijken of ik dat verhaal van die graafmachines nog ergens terug kan vinden.

De tweede keer was een paar weken geleden, toen ik warempel de Haarlemse Literatuurquiz won. Een gewone quiz zal ik niet gauw winnen, maar bij een literatuurquiz heb je aan een boekennerd zoals ik een goeie. Kun je je doorgaans vrij nutteloze boekenkennis eindelijk ten volle inzetten! Dit keer kon ik niet naar voren worden geroepen, aangezien we met z’n allen op Zoom zaten, maar ik mocht wel weer een boek uitkiezen als prijs. De keuze bestond uit Merijn de Boer met De Saamhorigheidsgroep, L.H. Wiener met Zeeangst of Bertram Koeleman met Het dreigbed. Alle drie Haarlemse schrijvers, wel zo toepasselijk natuurlijk. Zeeangst had ik afgelopen zomer al gelezen (met veel plezier trouwens), Bertram Koeleman wil ik ook graag een keer iets van lezen, maar het werd Merijn de Boer, een schrijver waar ik al langer benieuwd naar was. In zijn brievenboek Fallen Leaves wisselt L.H. Wiener een paar brieven uit met De Boer, wiens leraar Engels hij ooit geweest is aan het Stedelijk Gymnasium in Haarlem. Hink-stap-sprong, zo kom je van de ene schrijver bij de andere uit.

Net als Zeeangst las ik De Saamhorigheidsgroep met veel plezier. Waar Wiener het ruime sop kiest voor een zeilreis langs de zuidkust van Engeland, blijft De Boer in het grootste deel van zijn boek dichter bij huis, in Haarlem en omstreken. De Saamhorigheidsgroep gaat over een groep idealisten uit Haarlem aan het begin van de jaren ’80. Ze doneren 10 procent van hun inkomen aan projecten in de derde wereld en geloven er heilig in dat ze het juiste doen. Hoofdpersoon Bernhard is diplomaat en meer een VVD-type. Toch wordt hij ook lid van de Saamhorigheidsgroep, zoals de vriendengroep zich noemt. Niet uit idealistische overwegingen, maar omdat hij spontaan verliefd is geworden op een van de vrouwelijke leden, Liza. Tegen zijn verwachting in blijkt het best een gezellig en sociaal clubje mensen te zijn. Jaren later kijkt Bernhard terug op deze tijd. Hij is inmiddels topdiplomaat en spreekt zijn voormalige vrienden uit Haarlem allang niet meer. Wat is er van ze geworden? Zijn keuze voor een flitsende carrière in dienst van Buitenlandse Zaken was toch veel beter dan dat enigszins naïeve idealisme van de anderen?

Merijn de Boer stipt in dit prettig leesbare boek een aantal van dit soort zaken aan. Kies je voor eigen geluk of voor dat van anderen, ook al wonen die aan de andere kant van de wereld en heb je die mensen nog nooit gezien? Hoe ver wil je gaan voor je idealen? Via de oudere Bernhard, die een wat gezapige, uitgebluste indruk achterlaat, krijg je een weemoedig gevoel. Hij realiseert zich dat hij later nooit meer zo gelukkig is geweest als toen. Ik las ergens dat De Boer vergeleken werd met F. Springer. Weemoed, terugkijken, in combinatie met een mooie, heldere, soms wat plechtige stijl en zelfs een diplomaat als hoofdpersoon, ik snap die vergelijking wel. Springer is een schrijver waar ik altijd erg van geniet, dus dat beschouw ik als een goed teken.

Tegelijkertijd weet De Boer er ook de nodige droge humor in te verwerken, waardoor het allemaal niet te zwaar wordt. Zeker het Haarlemse stuk leest als een trein. Je wilt simpelweg graag meer weten over deze gekke, grappige, licht wereldvreemde hippies. Ook het herkenbare Haarlemse decor helpt daarbij. Ik woon nu ruim vier jaar in Haarlem, dus dan is het erg leuk als je allerlei plekken in en om de stad weet te herkennen. Daar werk ik vlakbij! Daar fiets ik altijd langs! Het levert een fijn boek op, waarin De Boer een mooi tijdsbeeld schetst en waarin hij een zeer geslaagde mix van humor en weemoed heeft weten te leggen. Dit voelt als een schrijver waar ik meer van ga lezen.

Querido, 2020
400 pagina’s

Facebooktwitterlinkedinmail

Leave a Reply