Anton Tsjechov – De kus
De Russische Bibliotheek van Uitgeverij Van Oorschot, wie kent haar niet? Het verzameld werk van klinkende namen als Dostojevski, Tolstoj, Toergenjev, Gogol en Tsjechov. Veel boeken die ik graag zou willen lezen, maar van die kloeke delen gaat ook iets angstaanjagends uit. Degene die hieraan begint moet sterk in zijn schoenen staan. Misschien is dit iets wat de uitgever vaker gehoord heeft, want ter ere van het zestigjarig bestaan van de Russische Bibliotheek zijn onlangs ook enkele kleine boekjes verschenen, ideaal als introductie tot een imposant oeuvre.
Ik las het boekje De kus, van Anton Tsjechov. Jaren geleden las ik van hem al het toneelstuk Drie zusters, maar zijn wereldberoemde korte verhalen kende ik nog niet. Ik merkte gelijk waarom Tsjechov tot de beste verhalenvertellers wordt gerekend. Met een paar zinnen zet hij een wereld neer, creëert hij een sfeer, zodat je je welkom voelt. Het voelt aangenaam en vertrouwd. Niet dat er zeer spannende dingen gebeuren, maar Tsjechov weet je effectief zijn verhalen in te lokken. Karakteropbouw, sfeertekening, versnelling, vertraging, het zit er allemaal in, waardoor ik vaak geneigd was slechts op de verhaaltechniek te letten. Maar waar gaan de verhalen überhaupt over?
In De kus staan drie liefdesverhalen, waarvan ik het titelverhaal met enige afstand het beste vond. Dit verhaal gaat over een man die op een feest onverwachts gezoend wordt door een onbekende vrouw, in een donkere kamer. Zij ziet hem voor iemand anders aan en na de bewuste kus is ze zo snel verdwenen dat ze de man in verwarring achterlaat. Het tweede verhaal, ‘Romance met contrabas’, is een komische geschiedenis over pech en toeval die letterlijk en figuurlijk niet zoveel om het lijf heeft. Het derde verhaal vond ik enigszins frustrerend. Dit bestaat uit een lange monoloog van een man over zijn liefde voor de verkeerde vrouw. Een vreselijk mens dat hem manipuleert. Als hij haar ware aard ten lange leste inziet heeft zij zijn leven al verpest.
Drie compleet verschillende verhalen van wisselend niveau, dat maakt dit boekje lastig te beoordelen. Duidelijk is dat Tsjechov me kan bekoren. Ik neig voorlopig echter meer naar zijn toneelstukken. Gelukkig is het nieuwste deel in de Russische Bibliotheek het verzameld toneelwerk van Tsjechov, slechts 1248 bladzijden in totaal. Misschien dat ik eerst nog maar eens zo’n klein boekje probeer. Gogol en Isaak Babel zijn hierin ook zojuist verschenen.
Van Oorschot, 2013
Vertaald uit het Russisch door Aai Prins en Anne Stoffel
64 pagina’s