Angi Máté – Mamo

Uit de nieuwe serie novelles van uitgeverij Wereldbibliotheek las ik ook Mamo, van de Hongaarse Angi Máté. Waar Martin Michael Driessens Een ware held één lange scène uitbeeldt bestaat Mamo juist uit een hele serie korte scènes. Een klein meisje groeit op bij haar oma, ergens in een dorpje in Transsylvanië. Oma heet Mamo en Mamo zorgt voor het meisje omdat haar ouders er niet meer zijn. Mamo is erg streng en vaak boos op het meisje, dat het liefst wegvlucht in haar fantasie. Daar drukt de armoede minder zwaar en vind het meisje een uitweg in haar eigen wereld. Hoewel ze veel dingen om haar heen niet begrijpt is er altijd haar verbeelding waarin alles wel logisch is en bekend.

Het zware en het slechte tot poëzie omsmeden is wat Máté doet en hierin deed ze me sterk denken aan Herta Müller. De verbeelding als wapen tegen de harde werkelijkheid. Je eigen verbeelding is tenslotte wel vrij, waar de dingen daarbuiten dat soms niet zijn. Net als bij Müller is die verbeelding soms lastig te doorgronden. Je moet je als lezer laten meevoeren in de droomwereld van het meisje. Niet alles is altijd duidelijk, voor haar niet en voor ons ook niet.

Toch zie je het dorpje voor je. Er zijn de kleine huisjes, met een tuintje, wat dieren en een schuur. De kevers die je kunt vinden in het gras naast het pad. Een bunzing die ´s nachts de eendenkuikens in de schuur opeet. Papa Laji die elke dag de kinderen naar de kleuterschool brengt. Mannen die soms te veel palinka drinken en dan zingend thuiskomen. Mamo die sokken en truien breit voor het hele dorp. De sinaasappels die je alleen krijgt tijdens het Winterboomfeest. Men is arm, maar zorgt voor elkaar. En dus zorgt Mamo voor het meisje. Maar wat gebeurt er als Mamo ziek wordt?

Wereldbibliotheek, 2013
Oorspronkelijke titel Mamó, 2009
Vertaald uit het Hongaars door Anikó Daróczi
88 pagina’s

Facebooktwitterlinkedinmail

Leave a Reply